
Hieronder is een artikel te lezen over het textielconvenant wat ik schreef voor Nukuhiva.
Gisteren kopte de Volkskrant met: Lijst met eerlijke kledingmerken; Zestig bedrijven hebben afspraken gemaakt met kabinet en organisaties over productie. Wauw, een lijst met eerlijke kledingmerken, dat zou handig zijn. Helaas is de werkelijkheid niet zoals Volkskrant deed voorkomen. Op de lijst staan geen eerlijke kledingmerken, maar merken die afspraken hebben gemaakt met het kabinet om binnen drie tot vijf jaar de arbeidsomstandigheden in hun keten substantieel te verbeteren. Dat de merken deze afspraken moesten maken, impliceert dat zij op dit moment niet op een eerlijke manier produceren … Vandaag kwam de Volkskrant dan ook met een nieuw, veel kritischer artikel: ‘Mooi afgesproken, maar gaat dit wel werken?’. Hierin werd het volgende antwoord gegeven op de vraag of de bedrijven op de lijst het beter doen dan andere bedrijven:
“Dat lijkt zo, maar dat is voorlopig nog niet het geval. De handtekening van die bedrijven betekent niet meer dan dat zij zich zullen inspannen om duurzamer (mens- en milieuvriendelijker) te gaan werken. Zij moeten aantonen dat er in hun toeleveringsketen geen kinderen worden uitgebuit en geen vakbondsrechten worden geschonden. Maar de eerste toets wordt pas over een jaar afgenomen. Tot die tijd kan, bij wijze van spreken, elke slavendrijver op de lijst prijken” (Volkskrant, 5 juli 2016).